Ik bij jou, jij bij mij?

De scholen zijn weer begonnen. De lessen zijn alweer in volle gang, en zo ook de speelafspraken. Het sociale spel van het kind. Kom jij bij mij? Mag ik bij jou? Niet? Dan ‘doe ik wel iemand anders’.

Een jachtterrein, noem ik het wel eens. Als hongerige cubs proberen de kinderen een speelmaatje te bemachtigen, en zonder pardon zetten ze anderen aan de kant, omdat ze al voorzien zijn. Als volwassene kijk ik regelmatig met schaamte toe, hoe ook mijn dochters zich dit sociale spel eigen hebben gemaakt. 

Gelukkig ben ik ook tot een belangrijke conclusie gekomen. Ik moet me er vooral niet mee bemoeien. Uiteraard, ik geef de uiteindelijke toestemming, maar met wie, met wie niet en waarom, dat is een logica die ik beter niet kan proberen te volgen. 

De beste vriendin

Zo heeft mijn jongste dochter van vier al sinds ze op school zit een ‘beste vriendin’, althans, zo ziet zij het zelf. Onlangs was de beste vriendin het even zat. Ze wilde opeens helemaal niet met haar spelen. Als ouders onderling bedachten we allerlei mogelijke redenen. Misschien gaven ze elkaar geen ruimte. Misschien waren ze uit elkaar gegroeid. Maar uiteindelijk kwam de aap uit de mouw. Mijn dochter had haar vriendin geprobeerd te tekenen, met kort haar. De vriendin had lang haar, en was hier niet van gediend.

Dikke tranen verwachtte ik. Maar het deed mijn dochter weinig. Alsof ze elkaar begrepen, speelde mijn dochter een tijdje met een nieuwe vriendin. Af en toe kwam ze even peilen, of het al weer goed was. Tot ze op een dag weer met elkaar naar buiten kwamen, hand in hand. Mag ze bij me spelen?

De nieuwe vriendin

Ik was blij voor haar, maar voelde ook voor de nieuwe vriendin. Waren zij nu geen vrienden meer? Het antwoord had ik liever niet gehoord. ‘Eerst wel, maar toen gaf ze me snoepjes, nu niet meer’, was de uitleg van mijn dochter.

De moed zonk me even in de schoenen. Dit kon mijn dochter niet menen, zo kon ze niet denken! Tevergeefs probeerde ik haar uit te leggen dat dit niet was hoe je met mensen omging. Ik zei dat ze haar uit moest nodigen, om pannenkoeken te komen eten, al was het alleen al voor al die snoepjes die ze had gekregen. Maar toen ze klaar waren met de pannenkoeken en het speeltijd was, snapte ik het. Ze speelden niet samen. Ze waren uit elkaar gegroeid.

Ik ben een empaat. Ik voel voor anderen, zelfs als die anderen er niet zo veel last van hebben. Daar heb ik vooral zelf last van. Zo ook met de kinderen op het schoolplein. Ik wil ze het liefst allemaal blij maken. Maar wat ik inmiddels wel heb geleerd, is dat zij prima in staat zijn het sociale spel te spelen, daar hebben ze mij helemaal niet voor nodig. Sterker nog, meestal loopt het fout als ik me er mee ga bemoeien, want het is hun spel, met hun regels. Ik blijf voorlopig lekker op de zijlijn staan. 

Dit vind je misschien ook leuk...

1 reactie

  1. André schreef:

    Heerlijk en eerlijk verhaal.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *